Niets menselijks is Femmy Otten vreemd | Stedelijk Museum Schiedam | Beeldenmagazine

In haar solotentoonstelling We Once Were One in Stedelijk Museum Schiedam laat kunstenaar Femmy Otten werk van de afgelopen tien jaar zien. Vleselijke en intieme beelden die beroeren op een manier die je niet direct bevat. “Ik werk vanuit de intensiteit van mijn eigen ervaringen.”

Onthutst laat Femmy Otten (1981) op haar telefoonscherm het door Instagram verwijderde bericht zien. Het beeld van een bevalling in bad is door het sociale media platform direct gecensureerd wegens ‘content voor volwassenen’. Dit schilderij van Otten was geplaatst door de museumdirecteur bij het bericht van de opening van Ottens solotentoonstelling We Once Were One. De glijdende schaal van desinformatie, vindt Otten: “Wie bepaalt wat we mogen tonen en wat niet?”

Voor de beeldend kunstenaar is hiermee de toon gezet en wordt de noodzaak van haar werk direct duidelijk. Otten: “Het is mijn vorm van activisme om de vrouw in al haar facetten te laten zien. Er zijn veel te weinig beelden van zwangerschap en bevalling in de kunst. Want de vrouw die gewoon is, is toch een precair thema in deze tijd.”

Otten tekent en schildert, maar haar grote liefde is de beeldhouwkunst. “De basis van mijn werk zijn echt de beelden. Ronddenken vind ik een groot avontuur, beelden geven me een gevoel van ruimte. Soms doen mijn handen zo zeer, dan moet ik mezelf beschermen en ga ik tekenen of schilderen. Ik leg mezelf geen restricties op wat betreft disciplines, ik zou wel gek zijn. Ik vind het gewoon heerlijk om het allemaal te doen”, glundert Otten.

Bezwering van de tijd

Het werk van Otten is opgenomen in museum- en particuliere collecties in Nederland en België. Ze studeerde aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK) in Gent en was kunstenaarsresident in Amsterdam aan de Rijksakademie en bij Atelier Holsboer in Parijs. In 2013 won ze de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs en een jaar later werd ze geselecteerd als een van de drie kunstenaars die een staatsieportret van koning Willem Alexander mocht maken.

De solotentoonstelling in Schiedam toont haar werk van de afgelopen tien jaar. Een periode waarin haar dochters Emma en Romijn geboren werden. Ze zijn nu zes en drie jaar en komen veelvuldig terug in de werken. Dat was in het begin niet vanzelfsprekend vertelt ze: “Toen ik Emma kreeg was dat echt iets wat me bij de lurven greep, dat had ik nooit verwacht. Eerst wilde ik het niet in mijn werk toelaten, ik voelde toch ergens een soort schaamte. Ik had het idee dat ik moederschap en carrière moest splitsen. Maar ik blokkeerde helemaal. Op een dag heb ik het wel toegelaten, net zoals ik andere intieme dingen uit mijn leven toelaat in mijn werk.”

“De titel We Once Were One straalt voor mij een soort hoop uit, maar ook de verloren tijd. Dat is de basis van mijn werk: een soort bezwering van de tijd. Vasthouden van al die momenten waarvan ik anders het gevoel heb dat ze veel te snel vervliegen, bijvoorbeeld mijn kindjes die zo snel opgroeien. Doordat ik dat kan uitbeelden, kan ik het grijpen. Anders krijg ik echt stress”, huivert Otten.

Het smeult onder de oppervlakte

In de vier zalen die Otten vulde, word je omringd met leven: een opgekrulde slapende baby geschilderd in fijne streken, een zwangere vrouw van bijenwas in regenboogkleuren hoog op een stellage, een fier rechtopstaand beeld van een vrouw gegutst uit het hout van een lindeboom met een mantel van vulvavouwen, houten piemels, oren en neuzen die als water uit een kraan druipen en een op de muur getekende baby aan de sculptuur van een borst.

En haren, die komen overal terug: krullerige streken op portretten, in bossen op de grond en in een put vol haar in de museumvloer. Elk weekend is er een performance waarin haar centraal staat. Otten: “Ik heb zussen met heerlijk lange, knalrode haren, veel grotere bossen dan ik zelf. Ik vind haar zo ontroerend. Haar staat voor onderdrukking of vrijheid. Dat is in Iran weer actueel nu. En Maria Magdalena is afgebeeld, bedekt onder haar lange haar als teken van schaamte. Ik speel met haar als thema. Ik wil de vrouw haar eigen vlees terug geven, maar ook haar haren mogen er zijn.”

Zo nu en dan valt er een traan te bespeuren in Ottens werk. Wat die betekenen laat ze aan de toeschouwer: “De kracht van een goed kunstwerk is dat het telkens iets anders met je kan doen. Dat een traan de ene keer dat je ernaar kijkt van geluk kan zijn en een andere keer van verdriet. Ik zoek die gelaagdheid die een kunstwerk kan oproepen.”

Dwalend door de zalen met Ottens werk is zowel aards als vervreemdend. Ergens smeult iets onder de oppervlakte waar je niet direct grip op krijgt. Dat geldt ook voor de kunstenaar zelf: ze oogt frêle op haar zelfportretten en haar stem is zacht, maar wat ze zegt is heel beslist en haar thema’s staan stevig. Die tweestrijdigheid herkent ze: “Mijn werk lijkt heel toegankelijk, ik maak gebruik van zachte kleuren en fijne lijnen, maar ik hoor vaak dat het meer duiding nodig heeft. Dat het toch best ingewikkeld is, waarschijnlijk omdat ik bewust weg blijf bij elk antwoord. Het gat tussen de verwachting door de eerste aanblik van het werk en van wat je uiteindelijk ziet is soms lastig, maar dat is ook het spannende.”

Noeste arbeid

Soms weet Otten zelf ook niet direct hoe het zit. Het ontstaansproces is belangrijk, legt ze uit. “Het is werken en zoeken naar het beeld dat precies dát aanraakt waar ik op dat moment mee worstel of doorheen ga. Dat heeft tijd nodig.” De kunstenaar kiest daarom vaak voor langzame werkvormen, zoals beitelen in hout. “Als ik het elke dag weer kan opbrengen om de hele dag aan zo’n boom te werken en dat maanden achtereen, zit ik op het goede spoor. Maar op het moment dat ik de motivatie verlies, weet ik dat het niet de goede kant op gaat met het werk. Vroeger deed ik als ik blokkeerde een radicale ingreep, maar dat werkt niet. Nu weet ik, het werk moet gewoon even rusten.”

Otten werkt aan vijf of zes werken tegelijkertijd. Ze pendelt tussen haar beeldhouwatelier en haar schildersatelier een deur verderop. “Als ik het bij het ene werk niet zie, ga ik naar het andere. Of ik begin iets nieuws. Dan ga ik bijvoorbeeld schilderen. Pas als het werk de tijd krijgt om in te dalen, kan ik ontdekken wat het me eigenlijk wil vertellen en wordt het universeler. Krijgt het meer afstand van mijn emoties. Die cumulatie van uren, weken en maanden van noeste arbeid en periodes van rust, maken dat het werk niet meer kan liegen. Ik ben beter geworden in het ontdekken waar de echte opwinding ligt en in het vinden van de urgentie.”

Ze zucht tevreden: “Ik ben de afgelopen tien jaar gewoon heel erg gelukkig geweest en dat heeft zoveel goeds voor mijn werk gedaan. Ik ben een heel intens mens, het beeldend werken heeft echt mijn leven gered. Van kinds af aan is dit mijn manier om orde in de chaos van het leven aan te brengen.”

We Once Were One – solotentoonstelling Femmy Otten, Stedelijk Museum Schiedam, 28 januari t/m 25 juni 2023 www.stedelijkmuseumschiedam.nl