Gegrepen door het koortsvirus van de beeldhouwkunst | Philip Haas in Museum Flehite | Beeldenmagazine

Beeldend kunstenaar en filmmaker Philip Haas maakt zijn debuut in Nederland. Museum Flehite in Amersfoort toont een uitgebreid retroperspectief van het oeuvre van de Amerikaanse kunstenaar. “Ik maak niet wat ik zie, maar wat ik heb gezien.”

Philip Haas (VS, 1954) is een gepassioneerd beeldhouwer. Hij maakt ook video-installaties en doet performances, maar dat ziet hij allebei als een afgeleide van de beeldhouwkunst. Zijn werk is tentoongesteld in musea in de Verenigde Staten, in Londen en Parijs. Zelf maakte Haas ook de oversteek naar Europa; hij woont en werkt op het Italiaanse eiland Procida in de Golf van Napels.

Haas is ook filmmaker en niet onverdienstelijk. Zijn film Angels & Insects werd genomineerd voor een Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes (1995) en voor een Academy Award (1997). Op het Filmfestival van Venetië (2008) is The Butcher’s Shop bekroond met de Premio Open, een prijs voor nieuwe werken die een brug slaan tussen film en kunst. Haas noemt filmen ‘beeldhouwen met licht’.

Het bekendste beeldende kunstwerk van Haas is The Four Seasons uit 2012: vier monumentale bustes van glasvezel die de seizoenen representeren. De figuren winter, lente, zomer en herfst zijn vijf meter hoog en opgebouwd uit geknede geschilderde natuurlijke materialen. Een visuele puzzel gelegd met bloemen, klimop, mos, schimmels, groenten, fruit, bomen, schors, takken, twijgen en bladeren passend bij het seizoen. Haas baseerde The Four Seasons op de renaissanceschilderijen van Giuseppe Arcimboldo. De seizoensculpturen reizen de wereld over: komende zomer doen ze hun zeventiende plek aan en zijn ze te zien in Parijs. In Museum Flehite zijn de maquettes te zien: één meter hoog, maar niet minder indrukwekkend.

In dialoog met de kunstgeschiedenis

De tentoonstelling Sculpture Breathes Life toont een omvangrijke selectie van het werk van Haas: tientallen sculpturen, een groot schilderij en vijf video-installaties. Het hele museum is gevuld met het werk van de Amerikaan. Curator Onno Maurer: “Eens in de zoveel jaar vegen we het museum leeg om een podium te bieden aan een hedendaagse kunstenaar. Die geven we veel vrijheid om onze historische museumzalen op een geheel eigen manier in te richten met zijn of haar werk. De vaste collectie, met daarin bijvoorbeeld het befaamde Gezicht op Amersfoort (Mathias Withoos, 1671) moet dan tijdelijk plaats maken.”

Haas maakt met deze tentoonstelling zijn debuut in Nederland: zijn werk is hier niet eerder getoond en (nog) geen onderdeel van Nederlandse museumcollecties. Een Italiaanse kunsthandelaar was de matchmaker die Haas onder de aandacht bracht van Museum Flehite. Het museum, dat voornamelijk gericht is op het verleden, was gecharmeerd door de dialoog die de hedendaagse kunstenaar in zijn werk aangaat met de kunstgeschiedenis. Haas’ gevleugelde uitspraak daarover is: “Ik maak niet wat ik zie, maar wat ik heb gezien.”

In de expositie staat bijvoorbeeld de stoel van Vincent van Gogh (2022): een houten sculptuur die door Haas rechtstreeks van het schilderdoek van de oude meester lijkt getild. Ook is er een buste van René Magritte die naar eigen zeggen door de beeldhouwer uit het marmer is bevrijd. Daarnaast is er de plafond-video-installatie Apollo & the Continents (2009), gebaseerd op de 18e-eeuwse fresco’s van Giovanni Battista Tiepolo en de filminstallatie The Butcher’s Shop (2008) naar een schilderij van Annibale Carracci.

Er hangt een serie van twaalf pleisterwerken uit 2017 langs de wanden waarin goed te zien is hoe de kunstenaar zich laat inspireren door werkelijk van alles: van de Griekse mythologie tot hedendaagse film en fotografie en van het interieur van het Guggenheim tot een zee vol haaien. Hij combineert verwondering met humor en smeedt vreemdsoortige combinaties die driedimensionaal uit de reliëfs aan de muur springen.

Moeder aller kunsten

Haas omschrijft zichzelf als een conceptueel kunstenaar. Hij is de man van de ideeën, niet zozeer van de uitvoering. ‘Sculpture by thinking’, noemt hij dat proces waarbij hij in zijn hoofd vorm geeft aan driedimensionale objecten en bedenkt hoe die uitgevoerd kunnen worden. Dat kan uitpakken in een sculpturen die variëren in materiaalgebruik: brons, marmer, hout, hars of glasvezel. Of een idee kan uitmonden in een video-installatie of een performance. Hij haalt zijn inspiratie niet alleen uit de kunstgeschiedenis, maar ook uit nieuwstijdschriften of foto’s en films.

In de expositie is een zaal gewijd aan een performance die Haas vaker geeft in musea en waarvan de tentoonstellingstitel is afgeleid: Sculpture Breathes Life into Painting & Music. Hij is daarin gegrepen door het koortsvirus van de beeldhouwkunst en verhaalt lyrisch over hoe dat uitstijgt boven andere tweedimensionale kunstvormen zoals de schilderkunst. ‘Beeldhouwen is de moeder aller kunsten’, is zijn mantra. Er draait een opname van deze voorstelling die de kunstenaar uitvoerde bij de opening van de expositie. In de zaal worden de attributen die hij daarvoor gebruikt getoond als installatie. Die bestaat uit zo’n dertig witgrijze objecten waaronder de kleding en schoenen die Haas draagt tijdens de performance, het imposante muzikale hoofddeksel en de tafel als rok om zijn middel.

Vergeet tot slot niet af te dalen naar het keldergewelf. Daar staan twee sculpturen die zo uit Pompeï lijken te zijn weggelopen – een wat wrange notie overigens. Haas baseerde deze zelfportretten van hars – getiteld Orator & Grammarian (2022) en Centaur & Cupid (2022) – op de lichamen die door lava geconserveerd zijn gevonden na de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Chr. Wie eens op die plek bij Napels is geweest, herkent direct de korrelige structuur waarmee de figuren van Haas zijn bedekt. Alleen zijn gezicht toont fris en glad, bevrijd uit de as.

Philip Haas – Sculpture Breathes Life – Museum Flehite, Amersfoort, 25 februari t/m 25 juni 2023 www.museumflehite.nl