Schrijvers en hun boekenkast: Brigitte Hoogendoorn – Manager & Literatuur

Wetenschapper met buikgevoel

Een boekenkast is iets persoonlijks, iets unieks. Uniek wat betreft inhoud, samenstelling en totstandkoming. Een momentopname van tijd en plaats. Boekenkasten zijn altijd aan verandering onderhevig, net als mensen. Wat drukt een boekenkast uit over een persoon? In het geval van Brigitte Hoogendoorn zijn haar boekenkasten een weerspiegeling van haar leven: de meeste fasen komen tot uiting in de boekenkast, omdat zij altijd en overal boeken koopt die ze na het lezen een plekje geeft in haar boekenkast. Zij richt haar boekenkast bewust in met oog voor het esthetisch belang ervan. Hoewel in haar woonkamer veel plaats is voor boeken, krijg je pas een compleet beeld van Hoogendoorn als je ook de boekenkast ziet die niet voor publiek is en op zolder staat. Daar vinden we de oudere en stoffige boeken die vertellen over de ontwikkelingen die zij heeft doorgemaakt en over wie ze geworden is.

Een boekenkast voor het publiek

Mijn gesprek met Brigitte Hoogendoorn vindt plaats in de periode waarin ze de laatste hand legt aan haar nieuwe boek ‘Implementatiekunst’ dat ze samen met Marcel Kuhlmann schrijft. Het wordt haar laatste boek als organisatieadviseur, daarna maakt ze de overstap naar de wetenschap om promotieonderzoek te doen. Hoogendoorn werkt doorgaans vanuit huis en daar staan ook haar boekenkasten verdeeld over woonkamer en zolder. Er staan economieboeken, boeken over veranderkunde, organisatiekunde en implementeren. Verder heeft ze een apart ‘zweefplankje’ voor haar new ageboeken als ‘Een ongewoon gesprek met god’, boeken van Deepak Chopra en boeken over emotionele intelligentie en de wetenschap van het zijn. Naast reis- en kinderboeken is er veel plaats voor fictie. “In de fictie zie je fasen uit mijn leven terugkomen,” aldus Hoogendoorn, “ik heb een periode veel orthodox joodse literatuur gelezen, dat ging me op een of andere manier interesseren; het ene boek leidde tot het andere. De Franse literatuur is uit de periode dat ik in Frankrijk studeerde of er in de zomermaanden werkte tijdens mijn studie. Ook zie je in mijn boekenkast een fase met voornamelijk Zuid-Amerikaanse literatuur en boeken over vrouwen in verzet. Tegenwoordig zit ik in een fase waarin ik veel boeken lees over het Midden-Oosten, Afghanistan en mensen die opgroeien in harems.” Brigitte Hoogendoorn leest op thema. “Als ik de boeken bij elkaar zet in de boekenkast, dan zie ik dat ik tien of vijftien boeken rondom een thema blijk te hebben. Ik ben een heel gerichte lezer, ik lees niet alles wat los en vast zit en blijf altijd redelijk binnen mijn thema van dat moment. Wat betreft managementboeken kun je mij omschrijven als gedisciplineerd lezer. Ik lees wat ik nodig heb en waar ik warm voor loop, zoals boeken over veranderkunde tijdens de periode waarin ik werkte als organisatieadviseur. Classics die ik door de jaren heen gebruikte zijn ‘Co-creatie van verandering’ en ‘Strategy: Process, Content, Context’. Nu ga ik me voor mijn promotie verdiepen in het onderwerp duurzaamheid dat ik uiteindelijk zal vertalen naar de economische invulling ervan, maar ik wil het onderwerp in eerste instantie heel breed benaderen en vanuit verschillende perspectieven bekijken.” “Ik zet in al mijn boeken waar ik het gekocht heb en wanneer. Hoewel ik het van huis uit niet heb meegekregen, heb ik mijn hele leven gelezen en ook altijd boeken gekocht. Daardoor vindt elke fase in mijn leven zijn weerslag in mijn boekenkasten. De inhoud is een momentopname, maar er komen bijna alleen maar boeken bij, ik gooi zelden boeken weg. Mijn verleden blijft altijd wel zichtbaar. Het is interessant om te analyseren wanneer ik nou overstap op een ander thema en waarom. In hoeverre speelt toeval een rol? Mijn new agefase is bijvoorbeeld ontstaan doordat een vriendin mij een boek aanraadde waar ze veel aan had gehad. In combinatie met mijn eerste zwangerschap is zo een fase ontstaan waarin ik niet alleen meer las vanuit de ratio, maar ook vanuit gevoel. Zo is in de loop van de tijd dit ‘zweefplankje’ ontstaan. Dat blijkt dan de brug te zijn van mijn zeer rationele studie economie naar mijn boeken over schitterend organiseren, die mede zijn ontstaan vanuit een soort innerlijk weten.”

Esthetiek van de boekenkast

Hoogendoorn vindt het mooi om naar boeken te kijken. “Anderen hangen misschien kunst aan de muur; ik vind boekenplanken in de woonkamer mooi, maar dan moeten er wel mooie boeken op staan, liefst gebonden, geen oude pockets. Daarom staan beneden ook de mooie boeken. Ook mijn eigen boeken hebben beneden een plaatsje in de kast. Op zolder staan de oudjes en de boeken waar ik op dit moment niet zoveel mee doe of waar ik beneden geen plek voor heb. Hoewel ik mijn oude boeken zelden herlees, is het me veel waard dat ze hier veilig staan opgeborgen.” Op zolder vinden we een boek met een interessant verhaal. Hoogendoorn: “Mijn man en ik hebben elkaar tijdens onze studie economie leren kennen. We spraken af elkaar voor onze eerste date te ontmoeten in een boekhandel in Rotterdam. En waar speek je met elkaar af als economenstel? Natuurlijk bij de klassieker uit de economie ‘Wealth of nations, deel 1 en 2’. Hij stond me te begluren terwijl ik in die boekenkast dat boek aan het zoeken was!” “In de kast staan de boeken min of meer op thema en een beetje op grootte, dat is een combinatie. Ik ben daarin niet heel erg consequent, als het er maar een beetje netjes uitziet. De boekenkast beneden is ook bedoeld voor andere dingen dan boeken. We houden twee schappen open voor mooie dingen − een beeld of iets kunstigs. Maar dat hebben we nog steeds niet gevonden, dus die schappen vullen zich nu automatisch met kinderprut als knutsels, raceauto’s of dingen waar broertjes niet aan mogen komen en die hoog op de kast moeten staan.”

Schrijverschap

“Het heeft lang geduurd voor ik mezelf als auteur ben gaan zien. Dat komt misschien omdat het schrijven voor mij bij toeval is ontstaan. Eigenlijk vind ik mezelf nog steeds geen schrijver, meer een verslaglegger. Als ik aan een ‘echte’ schrijver denk, denk ik eerder aan de inhoud dan aan de manier waarop het op papier komt. Aan iemand die het hele verhaal al in zijn hoofd heeft en het er op een gegeven moment gewoon laat uitvloeien, met of zonder zweet en tranen. Als ik naar mijn schrijfproces kijk, ontstaat het boek tijdens het schrijven. Schrijven is voor mij allerminst een eenzaam proces, ik heb altijd samen met anderen geschreven, wat een waar genot is. Ik doe onderzoek, lees dingen, vorm daar een mening over, praat erover met mensen, interview mensen en dan ontstaat eigenlijk hetgeen ik wil opschrijven. Ik begin eigenlijk met een beeld of gedachte en uiteindelijk krijgt dat vorm in een boek… Misschien ben ik dan toch wel een schrijver? Alhoewel ik het moeilijk blijf vinden om me te vereenzelvigen met de hoge achting die ik heb van het schrijverschap.” “Als ik schrijf, ben ik enorm gedisciplineerd. Mensen met wie ik het erover heb verbazen zich erover. Mijn werkdag is dan echt een schrijfdag. Zo’n dag heeft eigenlijk altijd hetzelfde ritme. In de ochtend komt er vrij weinig op papier; dan wordt ik heel snel afgeleid door e-mail, telefoontjes, nog even boodschappen doen enzovoort. Rond een uur of elf schrik me te pletter en kom ik echt op gang. Dan vergeet ik te eten en ga ik door met schrijven. Aan het eind van de middag zit ik er helemaal in, maar moet ik stoppen om de kinderen te halen, te koken en tot slot het bedritueel te doen. Als ik dan rond half negen de draad weer oppak, zit ik er meteen weer helemaal in. Dan volgen mijn meest productieve uren. Meestal moet er die dag iets afgerond worden; ik kan mezelf wat dat betreft ook wel doelen opleggen en dat lukt dan wonderbaarlijk wel. Ik schrijf namelijk het beste als ik onder tijdsdruk sta. Dan word ik ook een beetje boos en zeg ik hardop tegen mezelf: “Verdorie, wat wil je nou eigenlijk zeggen!” “Ik heb er vrede mee als een boek af is en er een kaft omheen gaat. Een boek is voor mij toch een momentopname. Het is een tijdsbeeld en wat erin staat, is niet de absolute waarheid. Over een paar jaar kijk ik terug en lach ik er misschien om. Door mijn boek ‘Implementatiekunst’ heb ik ook geleerd het te relativeren en los te koppelen van mezelf. Ik kan van alles opschrijven, maar hoe anderen het interpreteren en welke betekenis ze er aan geven, bepaalt de lezer zelf. Ik heb er betekenis voor mezelf aan gegeven en heb er geen invloed op hoe anderen het opvatten. Een boek heeft wel meerwaarde als het voor anderen waardevol blijkt te zijn.”

Het dilemma van de neushoorn

“Mijn favoriete boek is het Franse ‘Rhinocéros’ van Eugène Ionesco. Het is een absurdistisch toneelstuk dat gaat over iemand die in een stad woont waar paniek uitbreekt als op een nacht iemand verandert in een neushoorn. Drama alom dat die persoon een neushoorn is geworden en hoe vreselijk het is om een neushoorn te zijn! Naarmate de tijd verstrijkt, veranderen er steeds meer mensen in een neushoorn. Op een gegeven moment is de hoofdpersoon de enige die nog geen neushoorn is en dan blijkt hoe graag hij ook een neushoorn wil zijn. Voor mij zit daar wel een boodschap achter, hoe absurd het verhaal ook is. Het geeft weer dat het in onze maatschappij heel moeilijk is om jezelf te blijven. Als ik het betrek op mezelf, weerspiegelt het mijn angst dat ik straks in de universitaire wereld de enige ben die nog geen neushoorn is en dat ik dan toch ook neushoorn wil worden. Dat ik weer wordt teruggeworpen op pure wetenschappelijke rationaliteit en mijn omgeving me dwingt om mijn buikgevoel los te laten.” “Ik hoop dat ik met mijn stap naar de wetenschap nog steeds semi-populaire wetenschappelijke boeken kan schrijven, omdat mijn grootste vrees is dat ik straks alleen nog puur wetenschappelijk kan schrijven voor een heel beperkt select publiek. En daar haal ik niet mijn bevrediging uit. Het moet wel toegevoegde waarde hebben voor een breder publiek, ik wil de wereld iets vertellen, er zit wel iets idealistisch achter. Als ik over een paar jaar ga promoveren en ik hou daar mijn praatje voor een zaal vol vriend-en, bekenden en mensen die mij na aan het hart liggen maar die geen idee hebben waar ik het over heb, ben ik voor mezelf niet geslaagd.”

  • Schrijver: Brigitte Hoogendoorn. Recent gestart als docent in opleiding en promovendus, Erasmus Universiteit Rotterdam, vakgroep toegepaste economie, interessegebied duurzaamheid en ondernemerschap. Daarvoor 10 jaar organisatieadviseur bij Pentascope.
  • Boeken: Schitterend Organiseren (2006, Academic Service), Kleur geven aan Schitterend Organiseren (2007, Academic Service), Bewegende Beelden (2008, Academic Service), Implementatiekunst (2008, Scriptum)
  • Boekenkast: 1 boekenkast Lundia en losse boekenplanken in de woonkamer, 4 Ivar boekenkasten op zolder
  • Aantal meter boekenplank: 22 meter totaal (vakliteratuur, fictie, new ageboeken, reisboeken, kinderboeken)
  • Aantal boeken: naar schatting 700
  • Percentage gelezen: 90%
  • Type lezer: Doelgericht
  • Type schrijver: Verslaglegger
  • Favoriete boek: Rhinocéros, Eugène Ionesco
  • Beste managementboek: Presence, Peter Senge e.a.
  • Slechtste managementboek: ‘Van boeken waar veel fouten in staan, denk ik ook dat de inhoud slecht is.’
  • Inspirerende auteurs: Thijs Homan, Peter Senge
  • Laatste aankoop: Natuurlijk veranderen, Dieuwke Begemann
  • Lezen is voor mij… ‘Leven. Wat moet je nou zonder boeken?’
  • Schrijven is voor mij… ‘Een genot, zo’n luxe om dat te mogen doen.’