
Hester Oerlemans is de winnaar van de tweejaarlijkse oeuvreprijs voor beeldhouwkunst. In oktober krijgt de veelzijdige kunstenaar de Wilhelminaring uitgereikt. Onderdeel van de prijs zijn een tentoonstelling en de opdracht voor een sculptuur in het Apeldoorns Sprengenpark.
Hester Oerlemans is blij met de erkenning. ‘Het is mooi dat de jury over de hele linie naar mijn werk heeft gekeken en over een langere periode. Ze zien de samenhang en de diversiteit van wat ik maak.’ De kunstenaar realiseert sculpturale werken en installaties in de openbare ruimte, schildert en tekent. Oerlemans (1961) studeerde aan de Kunstacademie in Arnhem en de Grafische School in Eindhoven. Ze woont en werkt in Arnhem en Berlijn en is als docent verbonden aan de opleiding BEAR Fine Art van ArtEZ. ‘In 1999 kwam ik in Berlijn terecht door een beurs van het Mondriaan fonds. Sindsdien ben ik daar gebleven, ik denk dat ik toe was aan verandering.’ Oerlemans bouwde vlak bij haar atelier in Berlijn een tentoonstellings- annex projectruimte waar steeds een andere kunstenaar exposeerde. Het bijzondere aan de plek was dat bezoekers alleen door de tralies van het hek naar de expositie konden kijken in de voormalige garageruimte van vijf bij twintig meter. In 2014 werd ze voor OZEAN onderscheiden door de Berliner Senat für Kultur.
Oerlemans werkt parallel aan uiteenlopende projecten. ‘Sinds jaren fotografeer ik op reis in elke stad en land de klokken. Deze foto’s gebruik ik om dagelijks een aantal tekeningen te maken van de tijd, steeds een andere klok. Het is een goede start van de dag. De eerste tekeningen waren nog een nauwkeurige weergave van de omgeving en het gebouw waar de klok zich bevond, maar uiteindelijk ben ik me gaan fixeren op de klok zelf en ook die wordt steeds abstracter. Na deze start van de dag ga ik schilderen of verder met het uitwerken van een opdracht. Ik kan me goed concentreren, maar niet heel lang op hetzelfde ding. Ik wil de frisheid bewaren om steeds met een nieuwe blik naar iets te kijken.’
Poëtisch
De jury roemt Oerlemans vermogen om kunst en leven op poëtische wijze te verbinden. ‘Ik vind het bij projecten in de openbare ruimte belangrijk dat een beeld spreekt in de specifieke omgeving en bedenk goed voor wie ik het maak. Kunst in de openbare ruimte heeft spanning in zich; mensen zitten er niet per definitie op te wachten. Voor een opdracht bezoek ik eerst de plek en onderzoek wat die nodig heeft. Ik maak graag beelden die naadloos opgaan in het landschap of een stedelijke omgeving, beelden die herkenbaar lijken, maar in tweede instantie iets anders blijken te vertellen. Bijvoorbeeld de Goedemorgen klok (2004) die in Dordrecht aan een oprit naar de snelweg staat. Die lijkt op een reclame-uiting, maar het beeld wenst je goedemorgen, -middag of -nacht: een andere boodschap dan je verwacht. Zo probeer ik beelden te maken die verwonderen door iets normaals te transformeren. Een ander voorbeeld is Schommelend Meisje (1999), een meisje op een schommel is een heel normaal beeld, maar als je het midden in een meer ziet, wordt het poëtisch.’ Oerlemans kiest soms ook voor prikkelend. ‘Met het rotondebeeld in mijn geboorteplaats Schijndel (Rondje Schijndel, 2013) wil ik laten zien dat voor het wiel alles moet wijken. Er is veel boerenlandschap verloren gegaan door de structuurweg die rond het dorp is aangelegd. Dat verbeeld ik met een fors vrachtwagenwiel dat rondjes draait op de rotonde als een maaimachine die het landschap verstoort. Ik was verbaasd dat ze er ja tegen zeiden. Het lijkt humoristisch maar het heeft een boodschap.’
Als Oerlemans een idee bedenkt waar ze niet van kan slapen weet ze dat ze op het juiste spoor zit. ‘Een idee bedenken kan heel snel gaan of lang duren. Het begint vaak met tekenen en schrijven, het onderzoeken van de geschiedenis van een plek of juist kijken wat de toekomstplannen zijn. Projecten in de openbare ruimte vergen veel voorbereidingstijd, als iets langere tijd beklijft, weet ik dat het de moeite waard is. Ik moet er zelf nieuwsgierig naar blijven; een goed idee houdt vol.’
Slipper
De laatste jaren werkt Oerlemans veel autonoom. Ze is ooit door een ballonkunstenaar gefascineerd geraakt. ‘Ik maakte er jurken mee voor een modeshow in het Zocherspark in Utrecht en het materiaal blijft me triggeren. Het werken met ballonnen biedt ontzettend veel mogelijkheden. Ballonnen zijn er in allerlei soorten en maten: modelleerballonnen, link-o-loons, donuts en ronde ballonnen. Het opblazen en het vervolgens duwen, trekken en in elkaar draaien van het materiaal levert verrassende vormen op. Het is als beeldhouwen met lucht en ballonmateriaal. Dit najaar werk ik er verder aan in een residency bij EKWC (Europees Keramisch Werkcentrum). De hamvraag is hoe je de vorm behoudt van ballonnen waar de lucht langzaam uitloopt’, vertelt Oerlemans, ‘dat onmogelijke blijft spannend.’
De schilderijen en tekeningen die Oerlemans in haar atelier maakt, liggen dicht bij het materiaal dat ze verzameld uit de actualiteit, waardoor wereldse problemen het onderwerp bepalen. Ze wil met dit geëngageerde werk de vinger op de zere plek leggen. Het nieuwe migratiemuseum Fenix kocht On the Run (2025) aan waarop een vluchteling met een stapel matrassen op zijn rug te zien is. Onderdeel van een ongoing serie die Oerlemans maakt over de vluchtelingenproblematiek. Via een artikel stuitte ze ook op het fenomeen van ‘sniper curtains’: gekleurde doeken die burgers in de straten van Syrië hangen om zich ongezien voor scherpschutters over straat te kunnen verplaatsen. ‘De absurditeit van dat beeld legde ik vast op canvas (Sniper Curtains, 2018-2019). Ik overweeg om de doeken voor de expositie in CODA die ik mag inrichten als onderdeel van de prijs, ruimtelijk te maken.’ Een ander beeld dat bij Oerlemans beklijft is dat van de slipper: ‘Ik las dat vluchtelingen vaak alleen maar slippers dragen op de vlucht, zo absurd vind ik dat en een teken hoe schrijnend het is. Ik maakte tien slippers van keramiek (2016). Het lijken fleurige vakantie items maar het zijn alleen enkele exemplaren van een paar die zijn aangespoeld.’ Oerlemans overweegt om de eerste tekening die ze maakte van een reusachtige oranje slipper met mensen erop (Refugee monument, orange, 2017) als sculptuur uit te voeren. ‘Door een absurde uitvergroting zie je in eerste instantie niet dat het een slipper is. De grootte staat ook symbool voor de omvang van het probleem en stemt tot nadenken.’
Van 10 mei tot 6 september 2026 exposeert Hester Oerlemans in CODA Apeldoorn – www.coda-apeldoorn.nl