Hans Arp – Een genereuze schenking | Tableau magazine

Museum Beelden aan Zee ontvangt een schenking van 22 beelden van Hans Arp en wordt zo in een klap de aangewezen plek voor onderzoek naar deze toonaangevende avant-garde kunstenaar. En om de gipsen beelden te tonen aan het publiek – een primeur.

Op het unboxing-filmpje is te zien hoe grote kisten op wieltjes naar binnen worden gereden. Vanaf de vrachtwagen op het plein voor Museum Beelden aan Zee naar de gipsotheek in het hart van het museum. Gehandschoende medewerkers openen de deksels en onthullen de inhoud van de kostbare lading: 22 sculpturen van Hans Arp, gratis aan huis bezorgd. Het museum liet het filmpje maken om de bijzondere schenking die ze dit voorjaar ontvingen luister bij te zetten. Want speciaal is het, vertelt Brigitte Bloksma, directeur van Museum Beelden aan Zee. ‘De kunsthistorische waarde van deze schenking is groot. De gipsen van Arp zijn nog nooit getoond aan het publiek; dat is iets wat hij nooit wilde. De kunstenaar zag ze als het centrale element van zijn oeuvre en ze mochten ook niet verhandeld worden. Net als andere musea hadden wij deze gipsen dus nooit kunnen verwerven.’

Wereldwijd

De Duits-Franse avant-garde kunstenaar Hans Arp (1886- 1966), ook bekend als Jean Arp, was dichter, schilder en beeldhouwer. Hij was begin vorige eeuw een van de oprichters van de Dada-beweging en wegbereider van de abstracte kunst en het surrealisme. In 1954 kreeg Arp op de Biënnale van Venetië de Grote Prijs voor de Sculptuur toegekend. Aan het eind van zijn leven waren er overzichtstentoonstellingen van zijn oeuvre in het MoMA in New York en het Parijse Musée Nationale d’Art Moderne (tegenwoordig in Centre Pompidou). En zijn werk is opgenomen in particuliere en museale collecties wereldwijd; in Nederland onder andere in het Kröller-Müller Museum, Kunstmuseum Den Haag en Museum Voorlinden en nu dus in Museum Beelden aan Zee dat hiermee in een klap verreweg de grootste Nederlandse Arp collectie in huis heeft.

Na Arp’s dood is door zijn tweede vrouw de Duitse ‘Stiftung Arp’ in het leven geroepen om de omvangrijke nalatenschap van de kunstenaar te beheren en te zorgen dat deze wereldwijd te zien zal blijven. Een van de doelen van de stichting is het stimuleren van onderzoek naar het werk en de werkwijze van Arp – en zijn eerste vrouw, de Zwitserse kunstenaar Sophie Taeuber-Arp.

Ruim vijftig jaar na zijn dood acht de stichting de tijd nu rijp voor een omvangrijke schenking van werken van Hans Arp. De stichting doneert 220 gipswerken (dat is nagenoeg alles) aan tien musea wereldwijd. Van het Nasher Sculpture Center in Dallas tot het Albertina in Wenen en van de National Gallery of Victoria in Melbourne tot Museum Beelden aan Zee in Den Haag: overal worden de komende tijd kisten met de kostbare gipsen afgeleverd. Het is een slimme zet van de stichting om met deze substantiële schenking op internationale schaal het werk van Arp levend te houden en het onderzoek met een collectieve inspanning voort te zetten.

An offer you can’t refuse?

Waarom is Museum Beelden aan Zee uitverkoren om op het wereldtoneel dat deze schenking beslaat, deel te nemen? Bloksma: ‘Museum Beelden aan Zee richt zich als enige museum in Nederland exclusief op het onderzoeken en tonen van sculptuur. Onze onderzoeksafdeling focust op Nederlandse beeldhouwkunst en vaak in een internationale context. We doen dat onder meer in samenwerking met Universiteit Leiden. Het streven is de beeldhouwkunst levend te houden zowel voor het publiek als voor kunsthistorici. Voor ons is dit project een bestendiging van onze internationale onderzoeksfunctie naar de beeldhouwkunst. Door onze gipsotheek hebben we in het museum veel kennis over het materiaal en geven we onze bezoekers inzicht in het proces van het ontstaan van de moderne beeldhouwkunst. Als mensen een brons zien, realiseren ze zich niet altijd welke voorstudies daaraan ten grondslag liggen: schetsen, wassen beelden en gipsen. De gipsotheek toont die ontwikkeling.’

Intermediair in het donatieproces was Arie Hartog, directeur van het Gerhard-Marcks-Haus in Bremen en adviseur van Stiftung Arp. Er bestond al langer een samenwerking tussen de musea toen Hartog Bloksma – die toen net was begonnen als directeur van het beeldenmuseum in Scheveningen – contacteerde, of zij belangstelling had te participeren. Is zo’n schenking een aanbod dat je niet kunt weigeren of zijn er voorwaarden aan verbonden? ‘De stichting was wereldwijd op zoek naar musea die willen meewerken aan internationaal onderzoek – dat is de doelstelling. De schenking is niet geheel vrijblijvend, maar heeft als voorwaarden dat we de schenking tonen en dat we het onderzoek naar de unieke vormentaal van Arp voortzetten. Daar committeren we ons samen met de andere musea aan. Voor dit onderzoek en de tentoonstelling zoeken we zelf de financiering. Als team hebben we er vertrouwen in dat we deze bijzondere ambitie gaan waarmaken.’

Navelvorm

In de gipsotheek toont het museum een preview van de schenking. Drie beelden staan in een vitrine: Präadamitische Frucht (1938), Zu den Wolken gerichtet (1961) en Freund des kleinen Fingers (1963). Bloksma opent de deur naar het depot. Daar staan de kisten. Omringd door de beelden vertelt ze hoe spannend het was: ‘We wisten pas een paar weken voor de schenking welke beelden we zouden krijgen. Ik ben geweldig blij met de selectie. Het is een hele mooie dwarsdoorsnede van zijn oeuvre uit alle periodes van 1938 tot aan zijn overlijden. Veel terugkerende organische vormen en zijn bekende thema’s als de torso. De formaten van de sculpturen variëren van kleinere werken tot monumentale gipsen. Bij de schenking zat tot onze verrassing ook een, voor ons onbetaalbaar, bronzen beeld. Van dat werk hebben we nu zowel de bronzen als de gipsen versie.’

Ze trekt handschoenen aan en toont een aantal werken. Bloksma’s enthousiasme werkt aanstekelijk. Met je neus op de gipsen zie je pas goed hoe Arp ze met patina heeft bewerkt, hoe uitgebalanceerd sommige beelden zijn om rechtop te kunnen staan en vooral hoe eigen ze zijn. Ze laten zich niet in een keer vatten en eromheen lopen is een must om de veelvormigheid vanuit verschillende hoeken te kunnen bekijken. Verrassend tijdloos lijken ze, hoewel decennia-oud. Bloksma: ‘De focus in zijn werk was de natuur en de menselijke relatie tot de natuur. Al zijn werken zijn organisch van vorm. Hij speelt er mee; je ziet ook geometrische abstracties. Zijn vormentaal is uniek. Toevalligheid in het maakproces speelt een grote rol, dat past ook bij het Dadaïsme. Arp zocht in de natuur een tegenwicht voor de gruwelijkheden van de oorlog. Arp had een aantal elementaire vormen, zoals de vrucht, een soort navelvorm die je steeds ziet terugkomen in zijn oeuvre. We kunnen nu verder onderzoeken hoe verschillende vormtypen steeds in zijn werk terugkomen.’

Beeldbiografie

Arp werkte aan meerdere beelden tegelijk, vertelt Bloksma. ‘Hij schuurde en schaafde ze dagelijks eindeloos bij alsof hij de tuin bewaterde, bijknipte en snoeide. Sommige gipsen zijn fragmenten van andere beelden die hij heeft gemaakt. Gips kun je zagen, schuren en lijmen. Hij sneed fragmenten uit gipsbeelden en plakte die aan andere. Onderdeel van de onderzoeksvraag is hoe deze gipsen tot stand zijn gekomen. We weten nog niet of ze uit onderdelen bestaan of als onderdeel dienden voor bijvoorbeeld andere sculpturen. Sommige beelden werden in brons uitgevoerd en anderen bestaan alleen als gips. Per beeld gaan we de biografie onderzoeken, ook door met röntgen naar de opbouw te kijken. Dat leert ons meer over zijn werkwijze. We staan aan het begin nu, er zijn genoeg onderzoeksvragen. We hebben voor dit programma een speciale curator aangesteld, de Deense Louise Bjeldbak Henriksen, zij heeft eerder een fellowship gedaan bij Stiftung Arp.’

Er gaat de komende jaren dus flink wat gebeuren achter de schermen. Wat krijgt het publiek te zien? Bloksma: ‘Volgend jaar tonen we alle 22 werken van de schenking. Ook nemen we bezoekers mee in het onderzoek met lezingen, podcasts en bezoeken aan het depot. In 2027 willen we een grote Arp tentoonstelling maken, liefst met bruiklenen van zoveel mogelijk andere partners. Misschien wordt het een gezamenlijke reizende tentoonstelling. Arp past goed in de lijn van belangrijke grootmeesters van wie we er elk jaar een centraal zetten. Dit jaar is dat Henry Moore en volgend jaar Joan Miró. Arp is net zo’n kunstenaar op wiens schouders velen hebben gestaan, een voorbeeld ook voor hedendaagse kunstenaars.’

Schenking Hans Arp: preview nu te zien in de gipsotheek / Arp tentoonstelling 6 maart t/m 1 september 2024 – Museum Beelden aan Zee, Den Haag – beeldenaanzee.nl