Fenix Rotterdam pre-opening interview directeur Anne Kremers | Beeldenmagazine

Fenix vertelt ‘migratieverhaal door de ogen van kunstenaars’

In Katendrecht verrijst een nieuw staaltje Rotterdamse architectuur door de transformatie van ’s werelds grootste overslagloods naar een museum met als t(r)oef op het dak een glimmende sculptuur die in een dubbele helix de museumbezoeker omhoog slingert voor een uitzicht over de havenstad. Binnen huist Fenix, een initiatief van stichting Droom en Daad, een hagelnieuwe museumcollectie met als thema migratie. Directeur Anne Kremers vertelt over de totstandkoming ervan.

De ronkende aankondigingen over het nieuwe museum zijn doorspekt met superlatieven over het gebouw en de plek, de verworven collectie, de deelnemende kunstenaars en de ambities die het museum heeft voor en met de stad. Neemt niet weg dat het thema migratie is opgedeeld in wat we de menselijke maat zouden kunnen noemen: liefde, thuis, afscheid, identiteit, grenzen en geluk. Het schuurt misschien met wat migratie in de huidige tijd oproept; vluchtelingenproblematiek. Kremers: ‘We doen ons best verhalen over migratie in balans te tonen. Migratie gaat niet alleen over teleurstelling, maar we schuwen ook de lelijke kanten niet. Ik hoop dat het museum kan bijdragen aan het je verplaatsen in hoe het voor iemand anders is. Verbeeldingskracht en empathie zijn de wapens van de kunst.’

Anne Kremers (1989) is vanaf het begin zo’n vijf jaar geleden betrokken bij de ontwikkeling van het museum. ‘We zijn het eerste kunstmuseum ter wereld over migratie. De andere vijfentwintig migratiemusea wereldwijd zijn historisch opgebouwd. Wij geven kunst de hoofdrol. We bieden kunstenaars een podium om hun blik op migratie te delen. Het museum gaat over verleden, heden en toekomst, omdat je ziet dat de geschiedenis zich op veel vlakken herhaalt. Zolang we bestaan als mensen bewegen we over deze wereld en dat zullen we altijd blijven doen. In ieders familie is een migratieverhaal te vertellen. Het is een onderdeel van ons leven, van wie we zijn als mensen en dat willen we laten zien door de ogen van al deze kunstenaars. Ons doel is om je blik op migratie te verrijken.’

‘Verhalen van vertrek en aankomst zijn belangrijk in een havenstad als Rotterdam waar migratie in het DNA zit en meer dan 170 nationaliteiten en culturen een plek hebben’, zegt Kremers gevraagd naar de aanleiding. ‘Dus toen dit gebouw met een historie van vertrek en aankomst vrijkwam, viel voor ons alles op zijn plaats. Het is de voormalige op- en overslagloods van de Holland-Amerika Lijn (HAL) en ligt pal tegenover Hotel New York, het voormalige hoofdkantoor van de HAL. De transformatie ervan tot museum is het eerste in een reeks Rotterdamse projecten van stichting Droom en Daad. Fenix heeft met deze plek een unieke sense of place; je voelt de historische waarde als je door het gebouw loopt.’

Drie tentoonstellingen

Fenix verbond het Chinese MAD Architects aan het project en vroeg deze een uitzichtpunt te ontwikkelen dat verleden en toekomst verbindt. Dat werd de Tornado die de afgelopen vijf jaar gestaag vorm kreeg: hij doet denken aan een enorme zilverkleurige zwembadglijbaan die boven de oude loods uittorent. Kremers: ‘De Tornado is eigenlijk het eerste kunstwerk van de collectie. Het symboliseert de reis van de migrant. Bezoekers moeten hun weg vinden op de dubbel gedraaide helix trap en komen zo in het museum en bovenop het dak met rondom een uitzicht dat een nieuw perspectief op Rotterdam biedt. De Tornado bestaat uit 297 rvs panelen die allemaal anders van vorm zijn en zo’n 12.500 op maat gezaagde houten traptreden die het pad soms breed en soms smal maken; de beklimming is een beleving op zich.’

Fenix biedt drie permanente tentoonstellingen. Op de begane grond is Het Kofferdoolhof: een labyrint van tweeduizend gedoneerde koffers waar je doorheen kunt dwalen en kunt luisteren naar verhalen van voormalige koffereigenaren. Ook op de begane grond is The Family of Migrants met documentairefotografie over migratie geïnspireerd op de fameuze expositie The Family of Man in het MoMa in 1955. Op de eerste verdieping (met een oppervlak van zesduizend vierkante meter de omvang van het Stedelijk in Amsterdam) ontvouwt zich de tentoonstelling Alle Richtingen: Kunst die je Beweegt met een geheel nieuwverworven collectie hedendaagse kunst over migratie. Er zijn circa tweehonderd kunstwerken aangeschaft over een periode van vijf jaar, waarvan er wisselend zo’n 150 getoond worden, vertelt Kremers. ‘We zochten interessante stemmen en aansprekend werk waarmee migratieverhalen verteld worden voor een brede doelgroep. De opbouw van een thematische collectie geeft de vrijheid om gerenommeerde of bekende kunstenaars te plaatsen naast onbekend of jong talent. We hebben kunstenaars van alle continenten. Voor sommige is het heel persoonlijk wat ze tonen, anderen zijn meer observerend en weer anderen hebben onderzoek gedaan.’

Plasticine portretten

Kremers geeft een aantal sculpturale voorbeelden. Het enorme Space Refugee (2018) van Omar Imam komt voort uit de vlucht die de Syrische kunstenaar maakte met zijn dochter naar Nederland. Om de reis dragelijk te maken heeft hij een fantasiewereld gecreëerd waar ze superhelden zijn die door tijd en ruimte reizen met een skippybal en reuzelolly als wapen in hun hand. Refugee Astronaut IX (2024) van Yinka Shonibare gaat over klimaatverandering en of we in de toekomst als mensen nog op deze aarde kunnen blijven wonen of dat er een moment komt dat we moeten vertrekken naar een andere planeet. ‘We tonen meer werken die klimaatverandering als uitgangspunt nemen, omdat dat in de toekomst steeds vaker een reden tot migratie gaat vormen’, zegt Kremers.

Fenix gaf een aantal kunstenaars opdracht om specifiek werk voor het museum te maken. De Rotterdams-Israëlische kunstenaar Efrat Zehavi maakte meer dan honderd plasticine portretten van Rotterdammers op straat terwijl ze met hen in gesprek ging over waar ze naartoe gaan (Where Are We Going, 2024). ‘Als je dat vraagt blijken mensen eigenlijk te vertellen waar ze vandaan komen. Zehavi koos voor de zachte kinderklei, omdat identiteit ook aan verandering onderhevig is. Voor mij is dit werk Rotterdam; vaak gaat het over glas, staal en beton, maar uiteindelijk maken de mensen de stad’, vindt Kremers. Bijzonder zijn ook de gevlochten pruiken van Rotterdamse gebouwen als de Euromast, Markthal en het Depot die Meschac Gaba maakte. Hij refereert aan de Afrikaanse diaspora en hoe Afrikaanse haardracht samen met de mensen over de wereld migreert. In het oog springt ook de levensgrote stadsbus (The Bus, 1995 van Red Grooms) met aan boord de New Yorkse melting pot waar je als bezoeker zelf tussen kunt plaatsnemen. ‘En er is nog zoveel meer’, verheugt Kremers zich, ‘we kijken er als museum enorm naar uit om het straks eindelijk te delen met het publiek.’