Schrijvers & hun boekenkast: Thijs Homan – Manager & Literatuur

Kennisjutter en zenleerling

“Ik ben trots op mijn boekenkast. Als ik zit te schrijven of te werken word ik vaak getriggerd door dingen uit de kast. Als alle boeken digitaal zouden zijn, heb je dat niet. Ik vind het ook handig om een boek spontaan te kunnen pakken, in de computer moet je er gericht naar gaan zoeken.” Aldus Thijs Homan. M&L dook samen met de auteur in zijn boekenkast.

De boekenkasten

Thijs Homan ontvangt me in zijn bijzondere huis dat boven het water lijkt te zweven in een stukje groen midden in Nederland. Hier heeft Homan een ruime werkkamer waar zijn boekenverzameling staat en waar hij leest, werkt en schrijft. De boekenkasten met vakliteratuur beslaan de hele lengte van de kamer, daarnaast heeft hij nog een boekenkast vol boeken over zen en zeilen in de slaapkamer en beneden een kast vol literatuur.

“Maar,” zegt Homan, “die boeken lezen alleen mijn vrouw en dochters, ik lees vrijwel uitsluitend non-fictie.” De boekenkasten in zijn werkkamer zijn globaal ingedeeld op onderwerp: bedrijfskundige boeken in de breedte, organisatiegedrag met wetenschappen als psychologie, sociologie, politicologie, psychoanalyse, psychodynamica en sociale psychologie, organisatiekundige boeken over structureringsvraagstukken en organisatietheorie, boeken over changemanagement en over complexiteits- en chaostheorie, biologie, fysica en cognitieve robotica. “Met de verhuizing naar dit huis heb ik al heel veel boeken weggegooid. Ik ga het met deze kastruimte doen, het moet in de kamer blijven passen. Als het te zijner tijd weer vol is, moeten er boeken uit.” De boekenkasten van Homan worden dan ook continu aangevuld. “Ik ga bijna elke week naar de academische boekhandel Broese in Utrecht. Daar kijk ik altijd even de planken langs of er iets nieuws en interessants is op mijn eigen terrein, dat koop ik dan. Ik ben vrij liberaal in mijn aanschafbeleid. Dat kost behoorlijk veel geld, maar dat houdt me fris. Verder koop ik ook via internet vaak buitenlandse titels. Als het kan koop ik tweedehands en ik kies ook eerder voor paperbacks dan voor een harde kaft. Het gaat mij vooral om de inhoud en de ‘informativeness’. Naast de impulsaankopen zijn literatuurlijsten achterin boeken en verwijzingen in artikelen voor mij een belangrijke bron die leidt tot de aankoop van boeken.”

“Het oudste boek in mijn kast is ‘A Behavioral Theory of Labor Negotiations’ (1965). Het bevat één van de mooiste modellen die ik ken, het heeft haast een esthetische schoonheid. Er staat een handtekening in van Gerard Bomers, mijn geestelijk vader en promotor. Er staat ook een foto van hem in de boekenkast. Hij was hoogleraar organisatiekunde bij Nyenrode toen ik daar studeerde en heeft me, zoals hij het noemde, ‘gered voor de wetenschap’. Hij is plotseling overleden en toen werd ik beheerder van zijn gigantische bibliotheek. Daar is uiteindelijk alleen dit boek van over.”

Tijdens ons gesprek blijkt dat Homan nog een boekenkast heeft: een mobiele boekenkast. Hij haalt een enorme canvas boodschappentas bomvol met boeken tevoorschijn met de tekst ‘Frische Auswahl Billigpreisen’. “Ik doe de boeken altijd bewust in deze tas om het te relativeren. Ik neem deze boekentas mee naar lezingen of colleges waar kennis geïntegreerd moet worden. De inhoud stel ik al naar gelang het onderwerp samen uit mijn boekenkast. Soms vertel ik erover tijdens een lezing en ik maak meestal een boekentafel. Bezoekers kunnen dan titels van onderwerpen waarvan ze meer willen weten overnemen. Mensen vinden dat heel leuk, dat is een beetje mijn unique selling point.”

Kennisjutten

“Ik ben altijd aan het lezen, altijd aan het kennisjutten, ik slenter altijd door de kennis. Dat jutten is vergelijkbaar met strandjutten. Ik heb een onderzoeksgebied waarvan ik merk dat daar gewoon nog heel weinig over is geschreven en ik zoek op allerlei terreinen naar dingen die daar mee te maken hebben of die daarvoor bruikbaar kunnen zijn. Ik lees altijd en ben altijd met content bezig, dag en nacht. Waar ik ook ga of sta, ik heb altijd wel een paar artikelen of boeken bij me. Ook op vakantie gaat altijd content, non-fictie mee, net als in de trein, de auto of vroeger in de wachtruimte van het zwembad waar mijn kinderen zwemles hadden. Mijn avonden zijn altijd heel strikt ingericht: drie kwartier wandelen met de ‘lease-hond’ van onze oude buren, dan een uur inhoudelijk lezen, een half uur zenliteratuur en tot slot een half uur mediteren. Op mijn vrije dag ga ik soms naar La Place bij V&D en dan ga ik daar met een kopje koffie zitten lezen, dat is echt mijn uitje.” Leidt het gevoel nooit alles te kunnen lezen soms tot wanhoop? Homan: “Nee, nooit. Ik heb ooit een gesprek gehad met John Mackenzie Owen, de voormalige bibliothecaris van Nyenrode en nu hoogleraar, die zei: ‘Als iedereen hetzelfde gelezen zou hebben zou er geen creativiteit ontstaan in de wetenschap. Juist doordat iedereen iets anders leest kan er creativiteit en vernieuwing ontstaan’. Dat is voor mij een soort basic, wat ik ook lees er is altijd meer”, aldus Homan. “Dat is niet erg. In ‘the grounded theory’heb je het begrip ‘saturated concept’, een verzadigd concept. Op een gegeven moment kom je in heel verschillende boeken dezelfde set met logische stappen tegen, dezelfde redeneerwijze of dezelfde auteurs. Dan weet ik dat ik begin rond te komen, dan begint een begrip vorm te krijgen en te verzadigen. Als ik dan ook nog de inhoudsopgave van een nieuw boek voor me begin te zien, weet ik dat ‘legnood’ ontstaat: dan moet mijn volgende boek eruit.”

In de werkkamer van Homan beginnen twee oude hangklokken om beurten te slaan. Eén klok is van zijn vader geweest, de andere van zijn opa. “Het mooiste is als beide klokken precies tegelijk slaan. Daar zit een mooi verhaal achter van Christiaan Huygens. Als je gaat navigeren op een boot is een klok een heel belangrijk middel om je positie te bepalen. Maar vroeger had je geen klokken om op bewegende schepen te navigeren. Huygens heeft een klok uitgevonden die dat kon. Waarom is dat interessant? Hij had er twee gemaakt. Hij werd ziek en lag op bed en realiseerde zich dat ze precies tegelijk sloegen. Toen is hij gaan onderzoeken hoe dat kon. Hij probeerde ze een eindje uit elkaar te zetten, maar de klokken bleven zichzelf synchroniseren aan elkaar. Ook toen hij er een plankje tussenzette zodat ze elkaar niet meer konden ‘zien’. Pas toen hij ze heel ver weg uit elkaar zette deden ze het niet meer. Dat staat in een boek dat ‘Sync’ heet, van Steven Strogatz. Een zeer interessant boek over het gegeven dat veel dingen in de natuur de neiging hebben zichzelf te synchroniseren. Hoe die processen gaan is voor mij buitengewoon informatief. Ik kijk hoe uit lokale gesprekken in petrischaaltjes collectieve betekeniswolken ontstaan. Dat soort moves maak ik. Hoe dat precies gaat met die klokken weten ze niet, dat zijn ‘non animated’ systemen die niet denken, maar toch doen. De onderliggende verklaring is dat er in de natuur een diep ingebakken tendens is om te synchroniseren. Als dat niet zo was zouden wij hier niet zitten, want wij bestaan ook uit miljarden cellen die zichzelf op de een of andere manier hebben gesynchroniseerd. Dat soort dingen vind ik heel interessant, het zijn allemaal zelforganiserende processen.”

Het schrijfproces

“Wat betreft schrijven zie ik mezelf als transformator. Aan de ene kant zie ik mooie wetenschappelijke theorieën waarvan ik merk dat je er in de praktijk niets mee kunt, terwijl ik aan de andere kant in de praktijk dingen zie waarover nooit is geschreven terwijl het wel heel belangrijk is. Ik probeer mezelf daartussenin te zetten en vanuit de wetenschap te kijken wat relevant is en hoe ik het zo kan brengen dat mensen het snappen. Organisatiedynamica is in 2006 genomineerd voor Managementboek van het Jaar en wat ik leuk vond was dat in het juryrapport stond dat het boek een van de eerste boeken is die complexiteitstheorie zo kan uitleggen dat managers het begrijpen.”

“Ik probeer mijn boeken te laten ontstaan op een manier die congruent is met mijn eigen ideeën over wat verandering is. Het ontstaan van een boek is ook een veranderproces. Ik dompel mezelf onder in allerlei basisinformatie en creëer heel veel polyvocaliteit in mijn hoofd. Die polyvocaliteit moet buitengewoon breed en sterk zijn om bestaande ideeën los te kunnen laten. Dat is echt een groeiproces. De onderste stap van de piramide is het onderstrepen en schrijven in boeken en artikelen die ik lees. Later ga ik alles nummeren en coderen met daarbij een kreet op een los vel papier. Zo ontstaan letterlijk betekeniswolkjes. De thema’s die zo ontstaan en die er eerst niet waren, schrijf ik op kleine ‘hexagons’ die ik allemaal op de grond leg en ga groeperen. Zo groeit het boek uit de materie zelf.

Zelforganiserende processen zijn een combinatie van convergeren en divergeren. Ik probeer zo lang mogelijk te divergeren in plaats van ‘jumping to conclusions’ en te zoeken naar quick fixes. Het feitelijke schrijven duurt daarna relatief kort. Ik heb alle informatie in een krat bij de hand en schrijven kost dan niet zo veel moeite. Ik ben dan aan het uitleggen wat ik al weet. Ik schrijf heel erg ‘aus einem Guss-achtig’, dat is in één keer gegoten en daarna alleen nog maar polijsten. Daarbij kan ik heel erg genieten van de schoonheid, een soort esthetiek van de redenering.”

Maar Homan kijkt niet alleen naar esthetiek. “In elk boek van mij zit een grapje! Een verborgen grap! Als je het leest is het heel obvious. Ik vertel niet wat het is.” Homan heeft nu grote lol: “Mijn toppunt bij het schrijven. Er staat iets in dat slaat als een tang op een varken, onwaarschijnlijke onzin. Soms lijkt het een tikfout maar het is heel bewust. Dat is mijn lolletje. Daar kan ik nog steeds helemaal blij van worden. Dat bedenk je niet van tevoren, maar dat gebeurt ineens bij het schrijven. Een enkeling heeft het gevonden, die denkt, hoe kan dat nou, wat bedoel je daarmee?” Homan gaat het niet verklappen, dus wie het weet mag het zeggen!

Non-boeken

“Mijn boekenkast is heel persoonlijk, daarom horen de beeldjes en andere ‘non-boeken’ er ook echt bij.” In de boekenkast staan foto’s van (overleden) dierbaren, een bronzen beeldje van fierljeppen (naar het concept mentaal fierljeppen uit Organisatiedynamica), een prachtig handgemaakt schaalmodel van een zeilboot met verwisselbare werfvlaggetjes met de initialen van Thijs Homan en zijn goede vriend Thib Alting von Geusau, die de boot maakte als huwelijkscadeau. Op de kast ligt de oorkonde met zegel van zijn promotie in 1989. Verder wordt de kast opgesierd door een knalroze knuffelrups die ooit een onorthodoxe functie had bij een lezing van Homan over organisatieleren. Zen neemt ook een belangrijke plaats in de werkkamer. Zo is er een klein zen-altaartje met Boeddhabeeld, Tibetaanse vlaggetjes, een gedichtje en een cadeau gekregen blad van de Bodhi-boom (de boom waar Boeddha verlicht is geworden). Belangrijk is ook een houten beeld die ‘het temmen van de os’ voorstelt uit een beeldverhaal in de zenliteratuur. Homan vertelt: “De os staat symbool voor alle ruis die je in jezelf creëert en je zelfbeeld waar je aan vast probeert te houden. Ik heb zelf ook een os waar ik wat mee moet doen, daarom is het beeldje veelzeggend voor mij, alhoewel het een lelijk ding is.” Tot slot is er ook een plekje in de werkkamer voor de collectie jazz elpees en de platenspeler. “Deze platen kunnen een soort muzikale cocon vormen, omdat ik de muziek uitermate goed ken. Het is ingewikkelde muziek, experimentele jazz, waardoor een soort excitement in je hoofd ontstaat. Deze muziek staat regelmatig op tijdens het schrijven, maar alleen als er niemand thuis is!”

  • Schrijver: Thijs Homan, hoogleraar Change and Implementation bij de Open Universiteit Nederland, Visiting professor Centre for Leadership and Personal Development van Nyenrode Business Universiteit en zelfstandig organisatieadviseur
  • Boeken: Topmanagement in coöperatieve organisaties (1989, Eburon) De toekomst getoetst (1998, Academic Service), Teamleren (2001, Academic Service), Organisatiedynamica (2005, Academic Service), Wolkenridders (oratie 2006, Open Universiteit)
  • Boekenkast: 8 Billy’s, kleur wit Aantal meter boekenplank 30 meter vakliteratuur, 10 meter zen en zeilen, 15 meter fictie
  • Aantal boeken: 1200 vakliteratuur, 700 zen en zeilen, 500 fictie
  • Percentage gelezen: 75%
  • Type lezer: Kennisjutter
  • Type schrijver: Transformator
  • Beste boek: At Home in the Universe, Stuart Kauffman
  • Inspirerende auteurs: Jaap Peters, Karl Weick, Stuart Kauffman, Ralph Stacy Laatste aankoop Critical Mass, Philip Ball
  • Lezen is voor mij… ‘Ik lees altijd, ik ben bezig of ik lees.’
  • Schrijven is voor mij… ‘Een manier om in alle rust mijn ideeën te uiten.’